Juan Pablo Martínez was er jaren bang voor en nu is het zo ver. Kinderen op straat verstaan hem niet meer. De scholen in de bergdorpen van de Spaanse Pyreneeën doceren geen Aragonees meer. Hoeft niet meer van de regering. En dus dreigen de 12.000 mensen die Aragonees spreken de laatsten te zijn. Maar Martínez heft sinds kort weer hoop. „Mijn taal herleeft helemaal op digitale media. Er komen nieuwe sprekers bij en oudere sprekers gaan plots veel meer in het Aragonees schrijven.”
Vandaag is het Unesco’s Internationale Dag van de Moedertaal. Een wat treurige traditie. Elk jaar gaat het over dat doemscenario: als het zo doorgaat, dan is de helft van de zesduizend talen in de wereld aan het eind van deze eeuw uitgestorven. Maar dit jaar zijn veel sprekers van inheemse talen juist goedgestemd, want dankzij groepjes techneuten is er een tegenbeweging.
Zo zorgt Martínez, docent aan de Technische Universiteit van Zaragoza, dat Aragonezen op internet in hun eigen taal kunnen communiceren. Samen met vijf anderen vertaalde hij zo’n dertigduizend Wikipedia-pagina’s in het Aragonees. „Zo blijven mensen in het Aragonees lezen”, zegt Martínez. „En omdat Aragonees op Spaans lijkt kunnen jongeren die de taal niet op school kregen, de pagina’s ook begrijpen en pikken zo allemaal Arogonese woorden op.”
De taal groeit op sociale media. Meer dan honderd mensen twitteren in het Aragonees – ve e l voor zo’n kleine taal. En dat aantal gaat stijgen, voorspelt Martínez. „Veel Aragonezen zijn nu nog bang spelfouten te maken, omdat ze niet gewend zijn in het Aragonees te schrijven. Maar daarvoor hebben we pas spellingcheckers ontworpen die je op je computer kunt gebruiken.” Fouten worden automatisch verbeterd. Dat maakt de drempel weer een stukje lager.
Chichewa- surfers
Steeds meer inheemse talen hebben hun eigen Martínez. Malawi heeft Edmond Kachale, een soft waredesigner die Chichewa naar het web probeert te brengen. Chichewa wordt door 60 procent van de inwoners van Malawi gesproken, maar steeds meer mensen spreken alleen nog maar Engels. Nu Malawi wordt aangesloten op het internet, is het belangrijk om „de digitale boot” niet te missen, vindt Kachale. Hij zorgde voor een versie van Google in het Chichewa, vertaalde computerprogramma’s, en is trots op de online-woordenboeken van zijn collega’s. Het aantal Chichewa-surfers groeit met de dag.
Nog een voorbeeld. In Mexico publiceerden jongeren op Facebook een complete schrijfsysteem voor Chatino, een inheemse taal die voorheen alleen als gesproken versie bestond. Nu twitteren mensen in de taal.
Allemaal als raketschild tegen het imperialistische Engels, taal van de globalisering. Burgers moeten Engels spreken – daarin kun je zaken doen, in Chatino of Chichewa niet.
Dat Engels zo snel groeit, begrijpt Edmond Kachale uit Malawi wel. „Veel mensen in mijn land ontdekken dat ze via Twitter persoonlijk contact kunnen leggen met Amerikaanse zangers en filmsterren, hun idolen. Dat gaat allemaal in het Engels.
”Landen als Malawi willen met internet niets liever dan een brug slaan met het Westen. Gehoord worden in ‘the States’ – Kachale weet wat de mensen van Malawi willen. „Je ziet het op de blogs hier, die zijn vrijwel allemaal in het Engels. Logisch, je hebt een veel groter bereik. Mijn Engelse blog wordt bijvoorbeeld veel beter gelezen dan mijn blog in het Chichewa.”
Is het eigenlijk wel zo erg dat inheemse talen uitsterven?
Kevin Scannell krijgt de vraag wel vaker. Sinds 1998 onderzoekt hij aan Saint Louis University hoe digitale media minderheidstalen kunnen helpen met overleven. Zijn antwoord: „Moeilijke vraag. Ik vind dat het belang van de sprekers van een inheemse taal voorop moet staan. Iedereen moet zijn of haar taal kunnen gebruiken, in welke context dan ook. Of dat nou online is of thuis.”
Volken met een eigen taal willen altijd dat die blijft bestaan. Taal is een belangrijk onderdeel van de gezamenlijke identiteit. Het geeft een gemeenschapsgevoel.
Een thuiskomgevoel, zegt Scannell, die naar de VS verhuisde,maar zich verbonden voelt met zijn moedertaal, het Iers-Gaelisch. De laatste jaren communiceert hij vaker in zijn taal, de hele dag door zelfs. „Ik heb native speakers gevonden die in andere delen van de wereld wonen en het Iers ook missen. Ik twitter en mail iedere dag met deze mensen. Tien jaar geleden was dat onmogelijk, dan zou ik ze nooit ontmoet hebben.”
Fries niet bedreigd, wel kwetsbaar
Sociale media verenigen sprekers van minderheidstalen. Die vinden elkaar via sites als Indigenous Tweets, een verzameling van ruim zestigduizend twitteraars die inmeer dan 150 minderheidstalen communiceren, waarvan er zo’n tachtig met uitsterven worden bedreigd.
En waar komen de nieuwe sprekers dan vandaan?
Scannell: „Twitter is laagdrempelig. Een heel blog schrijven in de taal van hun geboorteregio is moeilijk voor jongeren die de taal niet op school leerden, maar 140 tekens durven ze wel aan. En apps maken het nog makkelijker.”
Tuvan, gesproken door stammen in Siberië en Mongolië, heeft zelfs een iPhone-app die met de uitspraak helpt. Voor Objiweg, taal van inheemse stammen in Amerika, is er een hele taalcursus mobile beschikbaar.
Ook in Friesland weet men: onze taal moet het web op. Fries staat niet op het punt van uitsterven, maar ‘kwetsbaar ’ is de taal wel volgens Unesco. „Om te overleven heeft het Fries internet nodig”, zegt Lysbeth Jongbloed, onderzoeker aan de Fryske Akademy.
Ze volgde vorig jaar vijftig Friese jongeren op Twitter en zag dat 10 procent van hun tweets in het Fries zijn. Of dat veel is, kan ze niet zeggen, maar beter kan het zeker. „Mensen vinden het vaak moeilijk om in het Fries te schrijven. Daar moeten we bij helpen.”
En dus denkt de Fryske Akademy na over nieuwe apps, naast de hulpmiddelen die er al zijn: een spellingcontrole voor Word, een vertaalmachine, een Nederlands-Fries woordenboek.
Groot succes is de jaarlijkse Fryske Twitterdei, dit jaar op 17 april. Vorig jaar vlogen er die dag 9.500 Friese tweets de lucht in. Verstuurd door mensen vanuit meer dan 25 landen, die zich weer even voelden alsof ze thuis waren.
Fuente: www.nrc.nl